Oktober
Een beetje afhankelijk van de temperaturen deze maand kan het gazon al minder gemaaid worden en minder kort (ongeveer vijf centimeter). Verder kunt u het blad van het gazon houden en het gazon verticuteren. Zaaien is deze maand overigens ook nog steeds mogelijk. Ook kunt u het gazon van wat kalk voorzien. Afgestorven plantendelen kunt u uit de tuin verwijderen maar kunt u ook laten liggen ter bescherming van vorstgevoelige planten. Bij rozen dient u echter al het oude blad te verwijderen om te voorkomen dat deze in het voorjaar door schimmels die zich op de plantenresten hebben ontwikkeld, aangetast worden. Op het gebied van vermeerdering kunt u deze maand denken aan het verzamelen van zaden. Voorts kunnen tot half oktober de sterkere vaste planten worden gescheurd en verplant. Met zwakkere planten kunt u beter wachten tot het voorjaar. Ook coniferen die nog niet te lang op dezelfde plek staan kunnen worden verplant. Zeer vastgewortelde coniferen kunt u nu afsteken en in het voorjaar verplanten. Bladverliezende planten kunt u verplanten nadat de bladeren zijn afgevallen. Verder kunt u deze maand houtige stekken nemen van sierheesters als bijvoorbeeld de Forsythia. Gebruik hiervoor eenjarige takken met een lengte tussen de vijftien en twintig centimeter en met een dikte van ongeveer een halve centimeter. Stamrozen en klimrozen kunnen voorts worden gesnoeid en de borders kunnen vast worden voorbereid voor het voorjaar door een laag compost onder te spitten. Vergeet verder niet bij vorstgevoelige planten een beschermende laag aan te brengen. Hievoor kunt u onder andere mogelijk afgevallen blad van elders in uw tuin gebruiken. Wat betreft de bloembollen/knollen dient u voor de vorst de vorstgevoelige bollen en knollen uit de grond te halen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld gladiolen, dahlia's en knolbegonia's. Bollen van narcissen, krokussen, tulpen e.d. kunnen juist nog worden geplant. Voorkom bij de vijver dat er blad in valt. Rottend blad verlaagt het zuurstofpeil in de vijver. Verwijder afgestorven plantenresten van waterplanten en zet vorstgevoelige waterplanten waaronder de waterhyacint op een lichte en vorstvrije plek. Voer de vissen naar hun behoefte (welke met de dalende watertemperatuur zal afnemen). Van de fruitbomen kan nog een appel of peer worden geoogst. Bessenstruiken kunt u proberen te vermeerderen dmv winterstekken. In de groentetuin kan o.a. nog veldsla en spinazie worden gezaaid. Blad van koolsoorten kan worden verzameld en bij het groenafval worden gedeponeerd. Verder kunnen de laatste groenten als wortels, rode bieten en aardappelen nog worden geoogst. Als voorbereidend werk voor het voorjaar kunt u vast compost e.d. op de grond aanbrengen en onderspitten.