Stekken
Neem houtige stekken laat in de herfst tot halverwege de winter. Knip in het geval van een bladverliezende plant de top af en snij de tak in stukken van ongeveer 20 centimeter. Aan de onderkant maakt u een horizontale snede onder een knoop. Aan de bovenkant maakt u een schuine snede boven een knoop en er vanaf gericht. Breng stekpoeder aan en steek de stekken ongeveer vijf centimeter van elkaar, vijf centimeter diep in stekgrond op leembasis. De stekken kunt in potten in de koude bak of buiten steken. Houd de stekken vochtig en vrij van onkruid. Wanneer de stekken los van de grond gekomen zijn drukt u de grond weer tegen de stek aan. Na ongeveer een jaar hebben de stekken voldoende wortels om uitgeplant te worden.
In het geval van een groenblijvende plant verdeelt u de tak in stukken van ruim 20 centimeter lang. De bovenkant knipt u net boven een blad af, terwijl u dit bij de onderkant net onder een blad doet. Haal nu het blad van de onderste helft van de tak af. U steekt de stekken zo in de pot dat het blad net boven de grond blijft. De pot zet u in een kweekbak (verwarmd) of in een doorzichtige plastic zak. Na zes tot tien weken zitten er wortels aan de stekken.
Neem halfrijpe stekken 's morgens (ivm het watergehalte in de plant) in de late zomer of de vroege herfst. Een halfrijpe stek is weliswaar vrij stevig maar buigzaam. Knip de stek net boven een knoop af. Breng de stek op een lengte van ongeveer twaalf centimeter en verwijder eventuele zijscheuten. Snijd de stek net onder een knoop op lengte. De top en het onderste bladpaar neemt u weg. Snijd/schraap van de onderste twee centimeter de bast van de tak (niet tot op de kern). Breng stekpoeder aan op de onderste twee centimeter. Vervolgens zet u de stekken ongeveer vijf centimeter van elkaar in stekgrond of in een kweekbed buiten. Meestal heeft een halfrijpe stek ongeveer een geheel groeiseizoen nodig om wortels aan te maken.
Neem zachte stekken 's morgens in de lente of vroege zomer. De meeste bladverliezende heesters zijn geschikt voor deze manier van stekken. Gebruik stevige, jonge, nog niet verhoute scheuten met twee a drie paar bladen. Snijd de stek net onder een knoop af. U verwijdert de zachte top net boven een bladpaar. Haal ook de onderzijde weg tot net onder een bladpaar. Grote bladen kunt u voor de helft wegknippen om vochtverlies te beperken. U houdt een stek van ongeveer vijf centimeter over met aan de bovenzijde minimaal een bladpaar. Steek de stekken tot net onder het onderste bladpaar in het gat dat u reeds in de pot met grond hebt gemaakt. Zet de pot in een kweekbak uit de zon maar wel warm (ongeveer 15 graden celsius). Na twee a drie weken hebben de stekken reeds wortels. Zorg ervoor dat de stekken wanneer zij groeien voldoende ruimte houden in en boven de grond. Voor een meer horizontale groei haalt u de top uit groeiende 'stek'. In plaats van zachte stekken kunt u stekken maken van groen hout. Dit doet u van de late lente tot halverwege de zomer. De behandeling voor de rest hetzelfde als die van zachte stekken.
Vind het gezochte tuinproduct in de tuinshop.