Hagen snoeien
Door hagen te snoeien kunt u ze de vorm en grootte geven die u wilt en kunt u voorkomen dat ze gaten gaan vertonen.
Bekende planten die voor hagen worden gebruikt zijn de coniferen, beuk, taxus, liguster, en zuurbes. Voor al deze hagen geldt dat ze tenminste één keer per jaar, aan het einde van het voorjaar en voor de langste dag gesnoeid moeten worden. Aan het einde van de zomer kan voor een tweede keer gesnoeid worden en bij hagen waarvan de strakke vorm belangrijk is kan eventueel nog vaker gesnoeid worden.
Snoeien doet u het beste op een niet te zonnige dag om verbranding te voorkomen (hoe minder zon hoe beter).
Controleer voordat u aan de slag gaat of u geen vogelnest(en) gaat verstoren.
Voorkom pijnlijke handen en een slecht humeur, zorg ervoor dat u het juiste gereedschap in huis heeft. Gebruik voor grootbladige hagen geen heggenschaar maar een snoeischaar.
Leg eventueel oude kleden of plastic op de grond als het (fijne) snoeiafval lastig is op te ruimen, wat het geval kan zijn bij bijvoorbeeld een coniferenhaag of een buxushaag.
Begin onderaan de haag te snoeien. Snoei eerst de zijkanten en daarna de bovenkant. Ook als de top van een haag gesnoeid wordt zal de hoogte blijven toenemen en de groei in de breedte wordt bevorderd. Alleen bij coniferen dient u met het snoeien van de top te wachten totdat de haag de gewenste hoogte heeft bereikt.
Snoei coniferen en houtige planten niet tot op kaal hout. Om te voorkomen dat een haag aan de onderkant kaal wordt kunt u de onderkant wat breder laten zodat hier meer (groeibevorderend) zonlicht op valt.
De wintergroene coniferenhaag is een veelvoorkomende haag in Nederland, welke nogal eens wat minder groene plekken vertoont. Met het snoeien van een dergelijke haag dient u dan ook enigszins voorzichtig te werk gaan omdat een te fanatieke snoeibeurt niet meer te herstellen kale plekken op kan leveren.
Een taxushaag heeft een veel groter herstelvermogen dan een haag van cipressensoorten. U kunt deze haag snoeien vanaf mei tot de aanvang van de herfst.
De ligusterhaag is eveneens een bekend verschijnsel. Deze relatief snelgroeiende haag kan vaak en eventueel rigoreus gesnoeid worden. Om de gewenste vorm te behouden is vier keer per jaar snoeien aan te bevelen. U kunt deze haag snoeien vanaf maart tot aan het einde van de zomer.
De stekelige zuurbes (is er zowel wintergroen als bladverliezend) snoeit u na de bloei of, wanneer u bessen aan de struik wilt, in de herfst/begin winter. Vergeet niet handschoenen aan te doen voordat u met snoeien begint.
Een beukenhaag, bestaande uit een 'gewone' beuk (gladgerand blad dat 's winters verdord aan de plant blijft hangen) of een haagbeuk (gekarteld blad, 's winters kaal), kunt u het beste tweemaal per jaar snoeien. De eerste keer in juni, de tweede keer eind augustus. Als u veel van de haag af wilt snoeien doet u dit het beste pas in september (om de augustuszon te mijden). Snoei, zowel in de breedte als in de hoogte, ongeveer tien centimeter meer af dan de grootte die u voor ogen heeft.
boeken over het onderwerp snoeien